Daktegel 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Daktegel": blz. 139-140

- Wattjes, J.G., Eenvoudige dakconstructies en dakbedekkingen. Deel in de serie "Constructie van gebouwen", nr 9. Amsterdam (Kosmos), (1944). [400 blz. ISBN -]. Hierin blz. 102, 114-116 ("Leipannen". Duits: Flachziegel, Engels: plan tiles)

- Jellema, R. & M.C.A. Meischke & J.A. Muller (red.), Bouwkunde. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, deel 3. Delft (Waltman), z.j. (1953)5e druk. [387 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Dekking met leipannen", blz. 223-225

- Beisterveld, Joh. & A.A. Kok, Het monumentale dak. Deel in de serie 'Heemschutserie', nr 54. Amsterdam (Allert de Lange), 1948. [123 blz. plus 62 foto's. ISBN -]. Hierin: blz. 35-40, afb. nr 9.

- Mombers, Huub, Mombers Dakpannengids. Z.pl. (z.uitg.), 2000voorwoord. [95 blz. ISBN -]. Hierin "Daktegel": blz. 8-9

- Vries, D.J. de, "Middeleeuwse pannen". In: Restauratievademecum, RVblad "Dakpan" 03. Zeist (RDMZ), 1988. [14 blz.]

- Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen. Deel II: Kunststeen. Amsterdam (Veen), 19233e druk/voorwoord. [257 blz. ISBN -]. Hierin "Platte pannen", "Molenleipannen": blz. 155-157, 161 (overzicht afmetingen dakpannen, gewichten, e.d.)

- Nijgh catalogus bouwwereld 1994. Deel 1. 57e uitgave. Schiedam (Nijgh Periodieken BV), 1994. De catalogus omvat 3 delen, de eerste twee doorlopend gepagineerd. [921 blz. ISBN -]. Hierin "leipan": blz. 655

- Zwiers L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin "Leipan": blz. 17 ("Geheel vlakke dakpan, van klei gevormd, machinaal geperst en gebakken, ongeveer 2½ maal zoo lang als breed, en aan de bovenzijde een of twee neuzen voor het ophangen op panlatten, of een paar gaatjes voor het vastspijkeren tegen steile vlakken. Het ondereind is min of meer afgerond (zie fig.), geheel recht, of recht met gebroken hoeken. Ze zijn gewoonlijk 35 à 42 cM. lang, 15-16 cM. breed en 1 à 2 cM. dik; het gewicht wisselt af tusschen 1,4 en 2,1 K.G. Id de pan halfcirkelvormig afgerond, dan noemt men haar Beverstaart (zie ald.). Ze vinden voornamelijk toepassing op kleine daken, b.v. torendaken, tot afdekking van en bekleeding der zijwangen van dakkapellen, boven stoepen enz. Zie ook Kunstlei)" - dit is de relevante tekst volledig)

- Arendzen, G. & J.J. Vriend, Bouwkunde. Deel 1, hand- en studieboek voor den bouwkundige en den timmerman. Amsterdam (Kosmos), z.j. [577 blz. ISBN -]. Hierin "Leipannen": blz. 467-468

Zie verder volgende pagina